Jeugd en jonge gezinnen: ‘Hoe hou je ze betrokken?’

Afgelopen dinsdag 1 dec 2020 werd de online workshop: jeugd en jonge gezinnen: ‘Hoe houden we ze betrokken?!’ gehouden. De workshop was gebaseerd op een methode uit het waarderend onderzoeken namelijk; verhalen delen. Hierbij een samenvatting van de workshop en de besproken theorie. Lijkt deze workshop interessant voor jouw gemeente?  Mail dan naar gemeenteregiocoach@bondveg.nl Dan bespreken we de mogelijkheden!

Onderzoeken
Als gemeente constateren we een probleem; in dit geval de betrokkenheid neemt af (denken we). Waarna we vervolgens gaan zoeken naar oplossingen om de betrokkenheid weer te vergroten. We slaan daarmee vaak meteen al de plank mis. Ten eerste omdat we direct naar oplossingen zoeken (we zorgen dat er een band komt, we zetten een jeugd activiteit op) en we eigenlijk te weinig tijd nemen om het daadwerkelijke probleem te onderzoeken. Ten tweede zoeken we en zetten we oplossingen in gang, zonder de betreffende doelgroep erbij te betrekken en te bevragen. We denken vaak vóór en over de doelgroep na i.p.v. met de doelgroep. Met als gevolg dat er veel energie gaat zitten in het opzetten van oplossingen, die dan niet aanslaan en teleurstellingen teweegbrengen.
Laten we dus een stapje terug doen.

Waarderend onderzoeken
Wanneer er een probleem naar voren komt zijn we vaak geneigd om deze als volgt te benaderen:

  • Vanuit het probleem gaan we zoeken naar een verklaring. We benaderen de doelgroep en vragen ze: Hoe komt het dat je er minder bent? Waarom ben je minder betrokken?

Waarderend onderzoeken is een onderzoeksmethode die gebaseerd is op de positieve benadering. Zij benadert het probleem zo:

  • Vanuit het positieve, namelijk het verlangen dat achter het probleem verschuilt. We willen namelijk iets, bijv. betrokken kerk zijn. Vanuit dat verlangen en visie onderzoekt deze methode op een positieve manier het probleem: Vertel eens, wanneer voelde jij je voor het laatst betrokken bij de kerk?

Proef je het verschil in benadering?

Vanuit de eerste roep je de ander ter verantwoording en vraag je hen om het probleem te verklaren. Je haalt hiermee dus verhalen op die vertellen wat er allemaal mis is. Het negatieve komt naar boven en daarmee ook negatieve energie. Daarnaast heb je nog niet direct de oplossing, je hebt slechts een duidelijk beeld van wat er niet goed gaat.
Vanuit de tweede benadering omzeil je het probleem niet, maar je roept positieve verhalen op, waaruit betrokkenheid wel is gebleken en ervaren door de ander. Je ontvangt op deze manier direct al inzichten om de betrokkenheid te vergroten, daarnaast ontstaat er ook positieve energie, omdat de ander terugdenkt aan momenten waarop iets wél gebeurde en wél heeft plaats gevonden. Dit werkt opbouwend en verbindend.

Het waarderend onderzoeken werkt aan de hand van vijf fases:
1. Verkennen
In deze fase wordt het geconstateerde probleem vertaald in een positief kernthema. Belangrijk bij het formuleren van het kernthema is dat het klinkt alsof het nu al gerealiseerd is, onderdeel is van de identiteit van de gemeente. En niet als een doel voor de verre toekomst.
Voorbeeld: We willen meer betrokken zijn tegenover: we zijn betrokken.
Door het zo te verwoorden ligt het appèl voor verandering en actie in het nu en kan het dus eigenlijk niet op de lange baan geschoven worden.
2. Vertellen
In deze fase ga je terug naar het verleden en ga je verhalen en ingrediënten ophalen waarin men dus het kernthema al ervaren heeft.
3. Dromen
Vervolgens ga je met elkaar dromen over de toekomst en hoe de gemeente eruit zou zien als deze ingrediënten die uit de verhalen naar voren zijn gekomen nog groter realiteit zouden zijn. In de droomfase is alles mogelijk; traditie, fundamenten en structuren zoals deze in het heden bestaan verdwijnen dan even.
4.Vernieuwen
In deze fase gaan we weer even terug naar de realiteit. Welke elementen kunnen we nu vernieuwen, welke verandering is er nodig, om ons kernthema tot realiteit te maken?
5. Verwezenlijken
In de laatste fase worden afspraken gemaakt en concrete doelen gesteld voor het verwezenlijken van het gedeelde verlangen.
(Zo even kort de vijf fases. Meer erover weten? Kijk dan op https://instituutvoorinterventiekunde.nl/appreciative-inquiry/)

Structuur of gedrag/cultuur verandering
Er was een gemeente die meer oog wilde hebben voor de jongeren in hun gemeenten. Ze kozen ervoor om met waarderend onderzoeken aan de slag te gaan en vroegen dus aan één van hun tienermeiden: Wanneer voelde jij je voor het laatst echt gezien in de gemeente? Kun je daarvan een ervaring met mij delen?

De eerste reactie van het meisje was dat ze geen ervaring ervan had. De onderzoeker gaf aan dat het ook iets kleins mocht zijn. Het meisje ging weer graven in haar herinneringen en deelde het volgende verhaal:
“Er was een moment, dat was zo’n drie jaar geleden. Toen was er een gastspreker komen preken. Na de dienst is er altijd bij de deur handje schudden met de dominee. Toen ik aan de beurt was keek deze dominee mij aan bij het schudden van mijn hand. Toen voelde ik mij gezien.”

Als gemeenten voeren we vaak veranderingen en oplossingen in op het structuur niveau. Maar daar ligt niet altijd de oplossing voor onze problemen. Vaak is er ook een verandering in ons gedrag en onze cultuur nodig. Als deze gemeente niet de tijd had genomen om het probleem te onderzoeken maar direct naar oplossingen gezocht had, dan hadden ze misschien een tienerclub gestart of de tieners een rol in de dienst gegeven. Dat is dan een oplossing op structuur niveau en wordt natuurlijk vanuit goeie intenties geïmplementeerd. Maar dit voorbeeld laat juist zien dat de oplossing in bepaald gedrag/cultuur van de gemeenten ligt.
Zo belangrijk is het dus ook om het probleem goed te onderzoeken, zo dat je juiste veranderingen kunt invoeren.

Aan de slag!

Aan het einde van de workshop zijn we met elkaar aan de slag gegaan en gaan oefenen in het ophalen van verhalen rondom het betrokken voelen bij de kerk. Dit kun jij ook oefenen!

Opdracht:

Vraag een tiener of een ouder van een jong gezin uit de gemeente een verhaal of ervaring te delen waarin zij zich betrokken voelde bij de kerk.

Voorbeeld vraag:
Kun je een ervaring of gebeurtenis met mij delen waarin jij je betrokken voelde bij de kerk?
Wat gebeurde er toen?

Aandachtspunten:

  • Blijf zoeken naar het verhaal en de ervaring, bevraag niet naar oplossingen.
  • Probeer als luisteraar op zoek te gaan naar de ingrediënten die maakt dat de ander zich betrokken voelde. Vraag daarnaar door.
  • Kijk of je kunt ontdekken of het gedeelde verhaal vooral structuur- of gedrag/cultuur elementen bezit.

Theorie
Tijdens de workshop heb ik de volgende theorie aanbevolen:

Growing Young – Kara Powell, Jake Mulder, and Brad Griffin
Dit boek vat 6 elementen samen die naar voren zijn gekomen uit een onderzoek in America naar gemeenten die erin slagen om te groeien in jonge gemeenteleden. Erg inzichtelijk en toepasbaar ook voor ons als gemeente in Nederland.

Het waarderend werkboek – Robbert Masseling, Jelmer Ijbema
Dit werkboek gaat in op alle vijf de fases van waarderend onderzoeken en geeft daarbij diverse werkvormen die ingezet kunnen worden om op een creatieve manier deelnemers te betrekken en de nodige informatie op te halen.

Het nieuwe puber brein binnenstebuiten – Huub Nelis & Yvonne Sark
Wanneer je meer wilt weten over jongeren en de werking van hun hersenen, dan is dit boek echt een aanrader. Zeker als je werkt met jongeren is het goed om een beetje kennis te hebben van hoe hun hersenen werken, zodat je hier rekening mee kan houden en je programma/activiteit op kan aanpassen.