Het is ineens heel dichtbij… maar hoe en wanneer is de relatie met onze broeders en zusters daar eigenlijk begonnen?
Het begon al in de jaren negentig van de vorige eeuw. De Broedergemeenten in Tsjechoslowakije en later Tsjechië zijn lid van de Internationale Bond en zo heeft de Bond VEG contact met hen. Na de val van de muur ging de Bond het landelijk diaconaal werk van deze gemeenten ondersteunen. Vanuit Tsjechië werd er steun gegeven aan de kleine protestantse gemeenten in Transkarpatië, de meest westelijke provincie van Oekraïne die tegen Slowakije, Hongarije en Roemenië aan ligt. De nood in Oekraïne was hoog, de Tsjechische Broedergemeenten zijn niet groot en niet rijk, en vragen rond 1995 of de Nederlandse Bond VEG hen kan helpen om Oekraïne te helpen. Dat doen we. Eerst gaan er vooral goederen via Tsjechië naar Transkarpatië.
Vanaf 1997 worden er ook directe contacten gelegd, en ontmoeten Nederlandse, Tsjechische en Oekraïense broeders en zusters elkaar. We houden gezamenlijke bijeenkomsten over verschillende thema’s, meestal in Tsjechië. Er zijn jongerenuitwisselingen, ontmoetingen van vrouwen. Er worden ook contacten gelegd met de Oost-Europacommissie van Kerk in Actie en met gereformeerde kerken in het gebied.
In 1997 beginnen de eerste gesprekken met een aantal leiders van de Oekraïense Baptistengemeenten, waarbij ook Stepan Nemesh. In 1998 wordt er een overeenkomst getekend dat de SZD een aantal; werkers in Oekraïne zal gaan ondersteunen. We zijn heel verschillend, zeggen we tegen elkaar, maar we spreken af dat we elkaar in onze waarde zullen laten. We respecteren verschillen in cultuur en ook verschillen in de manier van geloven en kerk-zijn. Om het concreet te maken: de VEG kent kinderdoop, de Baptisten niet. En zo zijn er meer verschillen, maar we ontdekken door de tijd heen dat er veel meer is dat ons bindt, dan dat ons scheidt. En we leren van elkaar, door wederzijdse ontmoetingen en de bijdragen van de broeders aan onze conferenties, kerkdiensten en bijeenkomsten. Misschien wel het allerbelangrijkste: zij bidden daar voor ons en wij bidden voor hen.
Vanaf het begin is Vasyl Blyashko een van de werkers die materiële steun van ons krijgt. Daarnaast zijn er nog twee werkers, die inmiddels niet meer ondersteund worden, en er zijn anderen bijgekomen.
Oekraïne is heel arm, en in de jaren negentig en de eerste jaren van deze eeuw is Transkarpatië nog armer dan de rest van het land. Vanaf begin deze eeuw lijkt het langzaam beter te gaan met het land, tot Rusland de gasprijs verhoogt als een regering wordt gekozen die niet Russisch gezind blijkt. En in 2014 begint de oorlog in het Oosten, in het gebied van de Donbas. Die oorlog is nooit weggeweest, al hoorden wij daar vooral de laatste paar jaar nauwelijks meer iets over, en was er formeel tot vorige week een wapenstilstand met de Russisch gezindten. Maar het vechten, de aanslagen, de vluchtelingen, de doden en gewonden – dat ging wel door.
En nu proberen we Oekraïne opnieuw zo goed mogelijk te helpen met materiële zaken, voorzover daar mogelijkheden voor zijn. We voelen ons machteloos. Laten we daarnaast vooral blijven bidden, samen met hen, elke dag opnieuw, voor de mensen daar en voor onszelf, voor de vluchtelingen, voor de gezinnen die verscheurd zijn, voor de mensen die anderen opvangen, voor de mensen die in de afgelopen 25 jaar onze geliefde broers en zussen zijn geworden!